Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.479  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

Via Stoffer zou de naam Cox nog enkele generaties aan het Gebroek bewaard blijven, maar stierf uit met het overlijden van Dominicus Cox in 1844. Zijn oudere broer Jan was naar Echt verhuisd.
Marie Cox was in september 1674 getrouwd met Hendrick op de Wijer. Het echtpaar woonde een tijdlang op Lintgenshof. Als erfgenaam trad later op Hendrick van Melick (1687-1760), omstreeks 1720 getrouwd met Elisabeth Wijers (ca.1690- 1759).

BUNDERBOEKEN
De boerderij van wijlen Stoffer Cox en de vijf morgen akkerland daarachter werd aanvankelijk onder de drie kinderen verdeeld: Marie, Jan en Mathijs Cox. De laatste kwam evenwel zonder lijfserven te sterven. Het bunderboek van 1786 laat zien, dat Peter van Melick, kleinzoon van Marie, de ene helft van de grond op zijn naam heeft staan, terwijl de wederhelft is overgegaan op de nakomelingen van Jan. Toch hebben zij de nalatenschap van Thijs Cox via een omweg verworven en niet rechtstreeks als naaste bloedverwanten geërfd.
Daarnaast stonden de twee huizen van de erven Jochims met ertussen de boomgaard van Thijs Cox. Links het huis van schepen Merten Verstegen en aan de andere kant het huis, dat Andries van Kessel half had gedeeld met zijn "oom" Claes Beenen. Daarachter lag het akkerland: 6 morgen naast het land van de weduwe Pallandt. Hiervan stond 2/5 deel op naam van Claes Beenen, terwijl Merten, Andries en Thijs elk 1/5 deel hadden geërfd.
Via beleningen kwam steeds meer erfgoed in vreemde handen. Beatrix Beenen had als enige geërfd van haar grootvader Claes, maar was in Asselt gaan wonen, waar zij in 1748 was getrouwd met Dirck Schloeters. Haar huis kwam volgens die weg in handen van de erfgenamen van Reynier Smeets, pedel van het kathedraal- kapittel. Ook de nalatenschap van Merten Versteegen, moest naderhand beetje bij beetje verkocht worden. Zodoende kon het gebeuren, dat in 1786 hiervan 4/5 deel op naam stond van Peter van Melick. Dat is meer dan hij uit erfenis heeft verworven.

De Ferraris-kaart van omstreeks 1775 laat vermoeden, dat de erven Cox en de familie Hermens naaste buren waren. Ook de Tranchot-kaart, zo'n dertig jaar later, geeft eenzelfde beeld. Oudere en duidelijker kaarten zijn niet voorhanden. En toch doen de letters en nummers uit de opeenvolgende bunderboeken van 1681, 1723 en 1786 anders vermoeden. De herberg van Jochim Hermens lag verderop richting Kloostershof. De Carte Figurative uit 1786 zou hierin meer klaarheid hebben kunnen geven, maar de betreffende kaart is verdwenen. Bijgaande tekening (kaart 97) geeft een globaal beeld van de toestand eind 17e eeuw.

ANDRIES VAN KESSEL
Jan Hermans liet aan Andries van Kessel (1688-1756) - als schenking onder levenden - diens aandeel in een huis met boomgaard, moeshof en enig akkerland. Dat was in maart 1713. Volgens meting tien jaar later 5/4 morgen groot. Na het overlijden van zijn vrouw Silleken, hertrouwde Andries nog twee keer. Zeven dochters werden nog geboren, maar de kindersterfte was groot.
Het ging hem duidelijk niet voor de wind. Oude schulden kon hij niet afbetalen en de akkerwinning bracht niet genoeg op. De armoede steeg met de jaren. Toen ook zijn derde vrouw in juni 1749 gestorven was en hijzelf al de leeftijd van zestig jaar had bereikt, werd de zorg voor de kinderen en het werk op het land teveel voor de oude Andries. Hij moest een beroep doen op de hulp van de armenkas.
Daarop nam zijn zoon Jochim het werk van hem over. Sedert 1750 werd hij genoemd als gezinshoofd. Hij trouwde omstreeks 1755 (in tweede huwelijk) met Maria Pecks. Jochim heeft zijn vader slechts twee jaar overleefd. De weduwe Pecks bleef achter met de kleine Andries. Vier jaar later hertrouwde zij met Hendrick Smeets. Het echtpaar bleef aan het Broek wonen, maar dan aan Gulikse zijde.
Nu was het de beurt aan Jochims schoonbroer om de familiezaken te regelen. De schoenmaker was getrouwd met Christien van Kessel. Huis en hof had hij overgenomen en daarmee de achterstallige schuld, die zijn schoonvader had laten oplopen tot 145 gulden.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.479  

Eerste  Vorige  474 475 476 477 478 479 480 481 482 483   Volgende  Laatste